Begin 2025 publiceerde de Vlaamse Belastingdienst (Vlabel) drie negatieve rulings omtrent maatschapsstructuren. We hadden het erover in een eerdere bijdrage . Aan dat rijtje kan nu een nieuwe negatieve ruling worden toegevoegd: de voorafgaande beslissing VB 24120 dd. 22 april 2025, gepubliceerd op 19 juni 2025 (zie VB24120 ). Moeten we nu stilaan vrezen voor het einde van de maatschap als controlestructuur ?
Waarover ging het ?
Net zoals het geval was in de eerdere drie rulings, ging het ook nu over een zgn. inbreng ten behoeve van een derde (een verrichting waarvan Vlabel er niet van kan verdacht worden er veel sympathie voor te hebben):
- de maatschap Z werd een zestal jaar geleden opgericht;
- de aandelen van maatschap Z behoren voor het overgrote deel toe aan de kinderen van mevrouw X, zij het slechts in blote eigendom;
- het levenslang vruchtgebruik van deze aandelen is in handen van mevrouw X, die voorts nog enkele aandelen in volle eigendom aanhoudt;
- mevrouw X overweegt om aandelen van de besloten vennootschap D in te brengen in maatschap Z, zonder uitgifte van nieuwe maatschapsaandelen, waardoor de ingebrachte aandelen van BV D toekomen aan de vennoten van de maatschap, in verhouding tot hun bestaand aandelenbezit.
Aldus wordt – zo neemt men aan, maar men leest de twijfel in de ogen van Vlabel – een onrechtstreekse schenking aan de kinderen van mevrouw X bewerkstelligd. Het voordeel dat nagestreefd wordt, is dat de schenking kan gerealiseerd worden zonder heffing van schenkbelasting, wat tot eind 2020 kon bewerkstelligd worden middels een schenking voor buitenlands notaris. Ook de erfbelasting wordt vermeden, althans mits de schenker (in dit geval dus mevrouw X) nog vijf jaar in leven blijft.
Maar zo ziet Vlabel dat niet. Weliswaar zou er inderdaad geen schenkbelasting geheven worden (wat volstrekt logisch is: er wordt niets ter registratie aangeboden), maar de erfbelasting (die oploopt tot 27% in de rechte lijn) wordt niet vermeden: Vlabel ziet fiscaal misbruik in de hele verrichting.
Waar ziet Vlabel het fiscaal misbruik ?
Twee elementen brengen Vlabel ertoe om tot fiscaal misbruik te besluiten.
Er is vooreerst de voorgeschiedenis in dit dossier. Aan de actuele situatie gingen inderdaad, in 2019, schenkingen vooraf; weliswaar geen schenkingen door mevrouw X aan haar kinderen, nee, de schenkingen aan de kinderen werden gerealiseerd via een ‘tussenstation’, de echtgenoot van mevrouw X: de heer Y. Mevrouw X schonk dus aan haar echtgenoot, die vervolgens doorschonk aan de kinderen. En doordat de schenking aan mijnheer Y, als schenking tussen echtgenoten, herroepbaar was (zie ook volgend artikel: het belang van pacte adjoint), werd aldus ook de schenking door mijnheer X aan de kinderen herroepbaar.
Als dusdanig had dat misschien nog geen probleem hoeven te zijn, althans niet voor de nu beoogde schenking. Maar de aanvragers van de ruling wierpen op dat, door ter gelegenheid van de inbreng ten behoeve van een derde geen nieuwe aandelen te creëren, de voorwaarden, lasten en modaliteiten van de eerdere schenkingen, uit 2019 dus, van toepassing werden op de aandelen van BV D die nu zouden geschonken worden.
In de rulingaanvraag wordt dit als volgt gemotiveerd: “Vermits er geen nieuwe aandelen worden gecreëerd, gelden de voorwaarden, lasten en modaliteiten die bij de schenkingen [uit 2019] […] zijn bedongen, ongewijzigd voort, ook indien het vermogen van de maatschap Z door een nieuwe inbreng aangroeit. Het is de uitdrukkelijke wens van de schenkster en van de begiftigden dat de in de eerdere schenkingen vastgelegde voorwaarden, lasten en modaliteiten, op dezelfde wijze blijven gelden voor alle aandelen van de maatschap Z, ook indien het vermogen van de maatschap in waarde of omvang toeneemt. Net daarom is de inbreng zonder creatie van nieuwe aandelen het goede en gepaste instrument om deze doelstelling te bereiken.”.
Het is ten gronde nog maar de vraag of dit juridisch gezien correct is. Wordt een nieuwe schenking onderworpen aan de modaliteiten van een eerder verrichte schenking door het loutere feit van geen nieuwe aandelen te creëren ? Dit lijkt betwistbaar. Maar wat er ook van zij, Vlabel grijpt dit argument met beide handen aan om haar eigen redenering te ontwikkelen, als volgt: “Doordat de schenking van […] 2019 door mevrouw X aan haar echtgenoot, de heer Y, ad nutum herroepbaar is, zijn de voorgenomen verrichtingen tevens ad nutum herroepbaar […]. Mevrouw X kan op die manier te allen tijde de latere schenking door de heer Y aan de kinderen herroepen, waarbij die herroeping niet enkel betrekking heeft op […] [wat in 2019] bij notariële akte geschonken [werd] […], doch tevens op alles wat daarvoor in de plaats gekomen is door o.a. zaakvervanging, dus ook op de aandelen van de maatschap Z […]. Dit betekent dat op heden geen daadwerkelijke overdracht van het vermogen plaatsvindt. De daadwerkelijke overdracht zal pas komen vast te staan wanneer mevrouw X komt te overlijden, als op dat moment zou blijken dat er in tussentijd geen herroeping is geweest.”.
Daarmee lijkt het erop dat Vlabel inspiratie gezocht heeft in de judo-technieken: de kracht (argumenten) van de tegenstander gebruiken om hem ten val te brengen. De wijze waarop in 2019 aan successieplanning werd gedaan – een schenking aan de kinderen laten voorafgaan door een herroepbare schenking tussen echtgenoten, fiscaal misbruik in de ogen van Vlabel – wordt het argument om ook voor de nieuw beoogde verrichting tot fiscaal misbruik te besluiten. Of hoe er als het ware ook op het vlak van fiscaal misbruik zaakvervanging zou kunnen bestaan…
En daarnaast is er de concrete feitenconstellatie van het dossier. Vlabel voert een ‘te grote’ mate van controlevoorbehoud aan in hoofde van de schenker (mevrouw X), alsook een de facto levenslange onbeschikbaarheid van het over te dragen vermogen in hoofde van de begiftigden – argumenten die Vlabel ook begin dit jaar hanteerde om te komen tot de drie negatieve rulings waarvan hiervóór sprake. Daarover valt wel het één en ander te zeggen, maar dat deden we reeds eerder (zie blogpost: bedenkingen bij enkele negatieve rulings omtrent de maatschap).
Besluit, en een pleidooi voor eenvoud
Alweer een negatieve maatschapsruling… Voor de perceptie is dit alleszins geen goede zaak. Maar het is, mede omwille van de specificiteit van het concrete dossier, veel te voorbarig om de maatschap als controlestructuur af te voeren. Wel is het voortaan, allicht nog meer dan voorheen, noodgedwongen opletten geblazen.
Controlebehoud is als dusdanig niet echt een probleem, in de techniek ‘schenking met voorbehoud van vruchtgebruik’ is het behoud van de zeggenschap zelfs wettelijk verankerd. De angel zit in de combinatie van (een ‘te grote’ mate van) controlebehoud met het levenslang karakter hiervan. In de concrete casus van de ruling VB 24120 vormde de beweerde de facto herroepbaarheid een bezwarend element.
Een belangrijke boodschap lijkt alleszins te zijn dat een koppeling van de maatschapsstructuur aan de levensduur van de schenker best vermeden wordt. Loskoppeling ervan neemt Vlabel alvast veel munitie uit handen. En voor het overige willen we hier toch ook een pleidooi houden voor eenvoud: keep it simple. Het komt ons voor dat de creativiteit van Vlabel om argumenten te vinden om een negatieve ruling af te leveren recht evenredig is met de creativiteit bij het opzetten van de controlestructuur. Terecht of ten onrechte, maar dat is een andere vraag.
Deze bijdrage werd redactioneel afgesloten op 1 juli 2025. Zij is gebaseerd op rechtsbronnen zoals zij (redelijkerwijze kunnen geacht worden) gekend (te) zijn op die datum, en geldt dan ook onder voorbehoud van wijzigingen naderhand. In geen geval kan deze bijdrage worden opgevat als een advies in een concreet dossier. Ingeval schenkbelasting, registratiebelasting en/of erfbelasting aan de orde is, wordt ervan uitgegaan dat de Vlaamse regelgeving van toepassing is – tenzij uitdrukkelijk andersluidend wordt vermeld.
Marc Moreau